Wetenschappers publiceren te veel – ook over corona
Verschenen in Trouw, 23 mei 2020
Witte rook: de Nederlandse universiteiten hebben een nieuw contract met academische uitgeverij Elsevier. Tachtig miljoen euro kost het, voor vijf jaar, maar dan kunnen Nederlandse wetenschappers wel in bijna alle Elsevier-tijdschriften zonder verdere kosten open access publiceren. Hun artikelen zijn dan voor iedereen gratis te lezen. Volgens Elsevier de uitkomst van haar ‘streven naar open en ongebreidelde toegang tot kennis voor iedereen’.
Hoe dat streven zich verhoudt tot de twee jaar die nodig waren om tot de deal te komen, en tot het besluit om toptijdschriften als Cell en The Lancet er voorlopig buiten te laten, vermeldt de uitgever niet. Mij lijkt de deal eerder voortgekomen uit het inzicht dat open access uiteindelijk onvermijdelijk is, omdat er een dag komt waarop universiteiten geen zin meer hebben om heel veel geld te betalen voor toegang tot onderzoeksresultaten die op kosten van diezelfde universiteiten tot stand zijn gekomen.
Het systeem is zo absurd dat niemand begrijpt dat het nog bestaat. Maar zelfs het coronavirus weet het niet helemaal kapot te krijgen. Natuurlijk, uitgevers hebben en masse laten weten dat artikelen over het virus voor iedereen beschikbaar zullen zijn. Maar volgens recent onderzoek zit desalniettemin ongeveer een kwart van de corona-artikelen nog steeds achter een betaalmuur – en het lijkt erop dat dat percentage groeit.
Die artikelen zijn ontoegankelijk voor, bijvoorbeeld, huisartsen, gemeenteambtenaren, Maurice de Hond, en onderzoekers die werken in landen waar universiteiten niet zo makkelijk 80 miljoen euro op tafel leggen om een abonnement af te sluiten. Zij hebben geen volledig overzicht over de bestaande kennis over Covid-19. Een schrale troost: dat overzicht ontbreekt ook bij wetenschappers die wel toegang hebben tot alle artikelen. Het is te veel. Hoeveel precies, dat weet niemand.
Volgens de database CORD-19 zijn er 128.000 relevante artikelen, maar dat is inclusief artikelen die ver voor de huidige pandemie gepubliceerd zijn, over vergelijkbare virussen en epidemieën. Onderzoekers die alleen artikelen telden die vanaf januari gepubliceerd zijn en specifiek over Covid-19 gaan, kwamen op ruim 23.000 artikelen.
Aanzienlijk minder, maar nog steeds te veel voor één viroloog, of één vakgroep, of één Outbreak Management Team om allemaal te lezen. Laat staan dat de literatuur behapbaar zou zijn voor een ic-arts die op de hoogte wil blijven van mogelijke behandelmethoden terwijl ze ook een afdeling vol patiënten in leven probeert te houden.
Bovendien groeit het aantal artikelen, heel toepasselijk, exponentieel: op dit moment verdubbelt het elke 20 dagen. Exponentiële groei, duizenden gegevens, volksgezondheid, tijdsdruk – Hugo de Jonge zou het wel weten: een app.
En inderdaad, Science beschrijft deze week hoe informatici met behulp van kunstmatige intelligentie corona-onderzoekers willen helpen om de corona-artikelen te ‘lezen’. Probleem is, ik verzin dit niet, dat er zoveel verschillende initiatieven daartoe zijn, dat onderzoekers het overzicht kwijtraken. Bovendien, algoritmes de artikelen laten lezen is symptoombestrijding.
De werkelijke kwaal is dat wetenschappers veel te veel artikelen publiceren. Dat doen ze al langer, maar het wordt nu wel heel zichtbaar, omdat iedereen zich op het coronavirus stort, ook wetenschappers die er eigenlijk niet veel zinnigs over te zeggen hebben. Deels uit naastenliefde, deels uit opportunisme – want in corona zit het onderzoeksgeld, en de media-aandacht.
Al die wetenschappers moeten publiceren – anders tellen ze niet mee – en dat leidt tot een stroom slechte artikelen. Ze speculeren wel maar bewijzen niet, gaan over kleine, statistisch niet-significante aantallen, of bevatten alleen oude wijn in een nieuwe coronazak.
Op zijn best voegen die artikelen niets toe, op zijn slechtst misleiden ze wetenschappers, bezorgde burgers, en presidenten. En hoe dan ook vertroebelen ze het zicht op de artikelen die wél solide, relevante resultaten bevatten. Je mond houden als je niks te zeggen hebt: hoe kan het toch dat zo weinig wetenschappers daar de moed voor hebben?