We zijn slecht voorbereid op de bijna onvermijdelijke mazelenepidemie
Verschenen in Trouw, 26 april 2024
Een brief van het RIVM: onze dochter had een vaccinatie gemist, zouden we binnenkort alsnog een afspraak willen maken? Ik schrok: de dalende vaccinatiegraad, waren wij dat? Niet omdat we overtuigde weigeraars waren, in ieder geval. Ik doe weinig liever dan mijn kinderen laten inenten: kleine moeite, groot effect. Maar misschien vielen we in de nieuwe categorie ‘drukke ouders die laks omgaan met afspraken bij de jeugdgezondheidszorg’? Ik herinnerde me vaag iets van een uitnodiging van het consultatiebureau voor een week waarin we op vakantie waren. Was dat de vaccinatie? Waren we vergeten die afspraak te verzetten? Zouden we straks kinkhoest in huis hebben? Maar toen schoot me de donderdag voor de kerstvakantie te binnen. Om vijf uur ’s middags wilde onze kleuter naar bed, en nog voordat ik haar naar boven kon brengen, was ze al op de bank in slaap gevallen. Ik droeg haar de trap op; ze gloeide. Maar dat baarde me geen zorgen, ze was die ochtend ingeënt, dus slaperigheid en koorts hoorden erbij. Ze was dus wel geprikt! Haar vaccinatiebewijs bevestigde dit: de DKTP was netjes afgevinkt, met paraaf van de prikker en al. Pak van mijn hart. Maar waarom kregen we dan die brief? Bij herlezing bleek dat het kon zijn dat ze wél alle vaccinaties gehad had, maar dat het RIVM dit niet wist, omdat wij het consultatiebureau geen toestemming gegeven hadden om haar prik-status door te geven. Dat leek me stug. We konden ons niet herinneren ooit die toestemming geweigerd te hebben. Voor de acht eerdere vaccinaties hadden we ook nooit herinneringen gekregen; die hadden het RIVM blijkbaar wel bereikt. Of was dit sturen van herinneringen misschien iets nieuws, vanwege de dalende vaccinatiegraad? Stonden we al die tijd al als ongevaccineerd gezin in de boeken? Maar wat was dit voor systeem, waarbij de herinneringsbrieven verstuurd worden door een instantie die niet zeker weet wie er wel of niet gevaccineerd zijn?
Een systeem waarin iedereen verantwoordelijkheid heeft, en niemand regie, bleek deze week uit een artikel in De Groene Amsterdammer. Dat beschrijft, tamelijk ontluisterend, hoe het rijksvaccinatieprogramma vijf jaar geleden enigszins onbedoeld gedecentraliseerd werd en hoe de verantwoordelijkheid nu verdeeld is over 342 gemeenten. De vaccinaties worden gegeven door 38 verschillende organisaties. Sommige wethouders wéten niet eens dat zij verantwoordelijk zijn voor de vaccinatiegraad in hun gemeente. Anderen weten het wel, maar kunnen niet gericht aan de slag omdat niemand ze kan vertellen hoe de vaccinatiegraad is op het niveau van dorpen of wijken.Zo beschouwd is het misschien al heel wat dat het RIVM überhaupt wist dat wij een kind van vaccineerbare leeftijd thuis hadden.De versnipperde verantwoordelijkheid is niet ideaal, gegeven de inmiddels bijna onvermijdelijke mazelenepidemie. Het OMT bracht deze week advies uit over de voorbereiding op die epidemie. Logisch onderdeel daarvan: zoveel mogelijk kinderen zonder mazelenvaccinatie alsnog proberen in te enten. Om dat te bewerkstelligen moeten, bijvoorbeeld, ‘inhaalvaccinaties laagdrempelig aangeboden worden’ en ouders benaderd worden met ‘een wijk- of doelgroepgerichte benadering’.
Laagdrempelig vaccineren betekent: extra priklocaties, dicht bij huis, met ruime openingstijden. Een doelgroepgerichte benadering betekent: weten in welke groepen de vaccinatiegraad laag is, en waarom, en voor al die groepen een eigen plan van aanpak opstellen. Om dat te organiseren moeten die 342 gemeenten met hun 38 uitvoerders in gesprek — zonder dat duidelijk is wie dat moet betalen. De gemeenten hebben geen geld over, en verantwoordelijk staatssecretaris Van Ooijen heeft weliswaar een tienpuntenplan om de vaccinatiegraad te verhogen, maar extra financiering is daar geen onderdeel van. In plaats daarvan vraagt hij om ‘creativiteit’. Ruim driehonderd gemeentes die met ‘creativiteit’ bijna veertig verschillende uitvoerders meer moeten laten doen met hetzelfde geld – dat is hoe wij een mazelenepidemie proberen af te wenden.Ik ben nog nooit zo blij geweest dat mijn kinderen al hun prikken al gehad hebben.