Niet alleen dansleraren tweeten onder de gordel, ook sommige wetenschappers doen het
Verschenen in Trouw, 29 mei 2021
Zelf gebruik ik Twitter vooral als reclamezuil (‘Kijk! ik heb alweer een stukje geschreven!’), maar veel andere wetenschappers zijn er bewonderenswaardig inhoudelijk bezig. Onder hen de nodige virologen, epidemiologen, gedragswetenschappers en andere coronadeskundigen. Die zitten vast niet om werk verlegen in deze dagen (maanden, jaren), maar nemen toch de tijd om adviezen uit te leggen en vragen te beantwoorden. Dat vereist een zekere onverstoorbare blijmoedigheid, want naast waardering en opbouwende kritiek ontvangen ze ook minder opwekkende berichten. Waarom ze niet toegeven dat het virus niet bestaat, de PCR-test niet werkt en het vaccin ons onvruchtbaar maakt. Hoe het voelt dat ze kinderen voor het leven beschadigen. Dat ze lelijk zijn. En dat ze dood moeten.
En voor u denkt dat de minder verheffende tweets enkel van dansleraren en andere amateurvirologen komen: sommige wetenschappers kunnen er zelf ook wat van. Neem de Franse microbioloog Didier Raoult. Hij deed in maart 2020 razendsnel een onderzoek dat volgens hem aantoonde dat coronapatiënten opknapten van het medicijn hydroxychloroquine, vooral als ze er het antibioticum azitromycine bij kregen. Dat gaf even hoop, maar al snel vooral teleurstelling. Er bleek van alles mis met Raoults onderzoek. De studieopzet deugde niet. Het onderzoek leek gestart te zijn zonder toestemming van de ethische commissie. En vier patiënten die hydroxychloroquine kregen en toch op de ic kwamen, waren weggemoffeld.
Vervolgonderzoek van andere wetenschappers liet zien dat hydroxychloroquine geen wondermiddel was, niet eens een gewoon middel (tegen Covid-19 dan, tegen reumatische artritis helpt het zeker), alhoewel het wel populair bleef bij rechts-populistische mannen in hoge posities.
Een van de wetenschappers die de fouten van Raoult opmerkte, was de Nederlandse microbioloog Elisabeth Bik. Al jarenlang zoekt en vindt zij fouten en fraude in gepubliceerde wetenschappelijke artikelen, waarover ze uitgebreid twittert. In maart 2020 schreef Bik voor het eerst over Raoults onderzoek naar hydroxychloroquine, op haar blog Science Integrity Digest. Vervolgens bekeek ze ook eerdere artikelen van Raoult, over andere onderwerpen. Uiteindelijk vond ze problematische dingen in 62 van Raoults artikelen.
Raoults reactie? Woedende tweets, waarin hij Bik uitscheldt en verdacht maakt. Een paar van zijn collega’s helpen hem daarbij. En het blijft niet bij woorden alleen: Raoult en zijn collega Eric Chabrière hebben vorige week in Frankrijk een aanklacht ingediend tegen Bik, wegens intimidatie, afpersing en chantage. Bewijs daarvoor ontbreekt. En waar Raoult door al dat geschreeuw geen tijd meer voor heeft, is inhoudelijk reageren op de kritiek van Bik en andere wetenschappers.
Een andere wetenschapper die weinig heeft opgestoken van de cursus omgaan met feedback is de Amerikaanse epidemioloog John Ioannidis. Ioannidis is beroemd geworden als bestrijder van slechte statistiek in biomedisch onderzoek. Tegenwoordig publiceert hij over het sterftepercentage van Covid-19, dat volgens hem lager ligt dan de meeste wetenschappers aannemen. Epidemioloog Gideon Meyerowitz-Katz bekritiseerde Ioannidis’ aanpak. Afgelopen maart weerlegde Ioannidis die kritiek door te schrijven – in een wetenschappelijk tijdschrift, nota bene – dat je je af zou kunnen vragen of Meyerowitz-Katz wellicht incompetent en/of bevooroordeeld was. Immers, hij had zijn proefschrift nog niet af (en zou zich dus, volgens Ioannidis, ook geen epidemioloog mogen noemen), hij was onervaren, hij had nog maar twee wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en hij had een rare foto bij zijn Twitter-account staan.
Natuurlijk, het is van een andere orde dan het gescheld en de intimidatie van Didier Raoult. Bovendien heeft Ioannidis zijn opmerkingen inmiddels ingetrokken, al betreurde hij daarbij meer de ontstane ophef dan zijn eigen handelen.
Ondertussen vertellen wij wetenschappers aan iedereen die het horen wil dat onze discussies draaien om argumenten, niet om macht, senioriteit, geslacht of afkomst. Je hoopt dat het waar is. Maar de vanzelfsprekendheid waarmee gevestigde wetenschappers als Raoult en Ioannidis bij kritiek op de mens spelen in plaats van op de bal, doet het ergste vrezen.