Ik heb geen boodschap aan de ‘politieke neutraliteit’ waar de PVV om vraagt
Verschenen in Trouw, 2 december 2023
Ik heb me nooit verdiept in de details van het PVV-verkiezingsprogramma. Op basis van de grote lijnen was me al duidelijk dat de PVV-idealen niet geheel stroken met de mijne. Maar na de 37 zetels dacht ik: toch eens kijken wat de PVV eigenlijk wil met het hoger onderwijs.
Tegelijkertijd voelde ik een aarzeling. Het gevaar van het bespreken van PVV-ideeën op deelterreinen is dat je de grote lijn uit het oog verliest: dat de PVV de ene Nederlander meer waard vindt dan de andere. Het enige partijlid mag dan beweren ‘premier van alle Nederlanders’ te willen zijn, hij maakt tegelijkertijd duidelijk dat sommige Nederlanders (de ‘echte’ Nederlanders) meer gelijk zijn dan andere. Huisvesting, onderwijs, zorg, bescherming van grondrechten: het zijn vooral, of alleen maar, de ‘echte’ Nederlanders die daar recht op hebben.
Dat standpunt wil ik niet aan het zicht onttrekken door te discussiëren over de finesses van de hogeronderwijsplannen. Gelukkig wil de PVV dat ook niet. De onderwijsparagraaf beperkt zich keurig tot de grote lijn: het gaat niet goed met het onderwijs, en dat komt door onderwijsvernieuwing en, jawel, migratie. Op de basisscholen is een lerarentekort mede doordat er te veel kinderen van asielzoekers naar school gaan.
En aan de universiteiten is, volgens de PVV, de toegankelijkheid ‘voor de kinderen van Nederlandse belastingplichtige ouders’ in gevaar door buitenlandse studenten. Onacceptabel, want ‘de universiteiten moeten er in de eerste plaats zijn voor onze kinderen’. Dus: bacheloropleidingen in het Nederlands, om studiemigratie te beperken.
Veel meer zegt de PVV niet over de universiteiten – dat ze daar niet alleen onderwijs geven, maar ook onderzoek doen, lijkt de PVV ontschoten. Dat verklaart meteen waarom grote delen van het verkiezingsprogramma, in het bijzonder de klimaatparagraaf, wat afwijken van de wetenschappelijke consensus.
Wel beklaagt de PVV zich over de ‘politieke indoctrinatie’ in het onderwijs, in de vorm van ‘klimaatactivisme, genderwaanzin en een gevoel van schaamte over de geschiedenis van ons land’. Daar wil de partij vanaf. ‘Wij willen politiek neutrale leraren voor de klas en politiek neutrale leerboeken in de klas. Zo moeilijk is het voor een leraar niet om ’s morgens zijn of haar politieke overtuiging samen met z’n jas aan de kapstok te hangen.’
Dit gaat, vermoed ik, vooral over het basisonderwijs, maar ik voelde me toch aangesproken. Ik geef zelf veel onderwijs in academische integriteit. Daarbij bespreek ik ook regelmatig min of meer politieke kwesties met studenten. Mag de universiteit samenwerken met de fossiele industrie? Is het terecht dat universiteiten na de Russische inval in Oekraïne Rusland zijn gaan boycotten?
Ik heb daar zelf natuurlijk een mening over, maar ik probeer die, inderdaad, aan de kapstok te hangen. Ik sta niet voor de collegezaal om stemadvies te geven. Maar ik sta er wél om studenten wetenschapshistorische kennis bij te brengen, dus ik vertel ze, bijvoorbeeld, dat de fossiele industrie er in het verleden nooit moeilijk over gedaan heeft de wetenschappelijke feiten waar nodig wat aan te passen aan hun eigen belangen. Ik vrees dat ik daarmee, in PVV-ogen, niet ‘politiek neutraal’ ben.
Want politiek neutraal, dat is natuurlijk niet echt politiek neutraal. Zoals de PVV met ‘Nederlander’ eigenlijk bedoelt ‘autochtone, witte, volstrekt binaire, joods-christelijke Nederlander’, zo bedoelt ze met ‘politiek neutraal’ eigenlijk ‘in lijn met PVV-standpunten’. Wetenschappelijke kennis over klimaatverandering is ‘niet politiek neutraal’. Uitleg over hoe ons slavernijverleden doorwerkt in het heden is ‘niet politiek neutraal’.
Aan dat soort politieke neutraliteit heb ik geen boodschap. Ik onthoud me met liefde van stemadvies en ik maak graag ruimte voor verschillende politieke opvattingen. Maar ik ben niet bereid om wetenschappelijke feiten te ontkennen, en al helemaal niet om ruimte te maken voor racisme. In mijn collegezaal is iedereen even welkom.
Al had de PVV 150 zetels: die politieke overtuiging hang ik niet aan de kapstok.