Hoe is het om wakker te worden op de ic? Dat vertellen de cijfers ons niet
Verschenen in Trouw, 11 april 2020
Het nieuwe normaal, daar zoeken we naar. We weten niet hoe het eruit ziet, en ook niet wanneer het begint. Om grip te krijgen op dat laatste, biedt het huidige normaal ons een dagelijks ritueel: rond twee uur ’s middags verversen we de website van het RIVM of een liveblog naar keuze net zo lang tot de nieuwe coronacijfers verschijnen.
De drie-eenheid aantal positief geteste personen, aantal ziekenhuisopnames en aantal overledenen moet ons vertellen hoe het ervoor staat: kunnen de ic’s het aan, daalt de besmettingsgraad, mogen de kinderen na de meivakantie weer naar school?
De cijfers verhullen minstens zoveel als ze vertellen. Ze laten niet zien hoe het is om benauwd op bed te liggen, wakker te worden op de intensive care, niet meer van je verpleeghuiskamer af te mogen, of met een droog hoestje in de keuken te wachten terwijl in de slaapkamer je eerste kind ter wereld komt.
De kranten werken hard om die verhalen toch te vertellen, met interviews en rapportages. Daarnaast rapporteren ze dagelijks de cijfers, in de hoop ons zo harde inzichten te bieden in het verloop van de epidemie. Maar cijfers – coronagerelateerd of niet – zijn minder hard dan we hopen.
Tellen lijkt eenvoudig. Dat is het in de basis ook: na 1 komt 2, na 2 komt 3, na 3 – enfin, u begrijpt het wel. Maar om te kunnen tellen moet je ook besluiten wát je telt. Hoe je dat doet vormt het beeld van de werkelijkheid dat de cijfers geven.
De dagelijkse update van het RIVM opent met de ‘gemelde’ besmettingen, opnames en sterfgevallen van de voorgaande 24 uur. Die verschillen van de aantallen mensen die daadwerkelijk in die 24 uur positief getest, opgenomen of gestorven zijn. Ziekenhuizen hebben niet altijd tijd om gevallen nog dezelfde dag door te geven. Op dinsdag zijn de cijfers steevast de hoogste van de week: dan komen ook de meldingen van het weekend binnen. Dat is op een bepaalde manier geruststellend: zelfs in coronatijden worden administratieve klussen over het weekend heen getild.
Maar het vertekent ook ons beeld. En het leidde op de website van deze krant tot een kop die niet zou misstaan als refrein in een lied van collega Beuving: ‘Anders dan de cijfers doen vermoeden, zet de daling door.’
Alsof je een daling kunt constateren zonder cijfers. Nee, natuurlijk – maar het zijn ándere cijfers. De daling blijkt uit de daadwerkelijke opnames en sterfgevallen per dag. Ook die aantallen levert het RIVM, maar die lopen, het kan niet anders, een paar dagen achter. Wellicht dat de nieuwssites daarom toch de weinig zeggende, maar wel zeer actuele meldingscijfers blijven publiceren, die ze inmiddels wel netjes voorzien van een toelichting die uitlegt dat we aan die cijfers eigenlijk niets hebben.
De daadwerkelijke aantallen per dag zeggen meer, maar ook die vervormen de werkelijkheid. Een opname of sterfgeval telt alleen mee als de patiënt positief getest is. Maar coronatesten worden, het zal u niet ontgaan zijn, selectief ingezet. Wie thuis of in het verpleeghuis ongetest aan Covid-19 overlijdt, telt niet mee. Voorlopig althans; het aantal sterfgevallen zal achteraf gecorrigeerd worden door te kijken hoeveel mensen er meer overlijden dan normaal.
Zo’n correctie achteraf is lastiger voor het daadwerkelijke aantal besmettingen, en daar hebben we nu ook weinig zicht op. Dat verbetert hopelijk met verder onderzoek; het RIVM test een steekproef van de bevolking op antistoffen om zo de besmettingsgraad te bepalen.
Voorlopig is er, ondanks alle cijfers, vooral veel onzekerheid. De dagelijkse cijfers lijken hard, maar vertellen weinig. Ze bieden ons hooguit de illusie van controle. Maar misschien is dat in het nieuwe normaal al heel wat.