Het vaccin is ons enige mazzeltje van 2020
Verschenen in Trouw, 12 december 2020
De eerste prik is gezet, in de bovenarm van de Britse Margaret Keenan. Keenan, die volgende week 91 wordt, omschreef haar Covid-vaccinatie als het beste verjaardagscadeau dat ze zich kon wensen.
Niet iedereen is zo enthousiast. Hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen waarschuwde eerder deze week in Trouw dat we zonder dwang nooit genoeg mensen gevaccineerd krijgen. Hij verwees daarbij naar de inentingsgraad in het rijksvaccinatieprogramma, die volgens hem ‘zorgwekkend is gedaald’.
De vaccinatiegraad ligt inderdaad lager dan we zouden willen. Maar dalen doet hij niet meer; hij is afgelopen jaar gestegen en ligt nu voor de meeste kindervaccinaties rond de 93 procent. Dat is nog niet genoeg om groepsimmuniteit tegen mazelen te garanderen.
Tegelijkertijd is 93 procent ontzettend veel. Er zijn weinig gezondheidsadviezen die zó massaal opgevolgd worden. Als we zulke percentages hadden bij de naleving van de quarantaineregels, zouden we onze handen dichtknijpen.
Niet elke vaccinatie is zo succesvol. Buijsen wees terecht ook op de griepvaccinatie, die maar door de helft van de doelgroep gehaald wordt. Maar wat de 93 procent van het rijksvaccinatieprogramma duidelijk maakt, is dat dat niet komt omdat de andere helft vaccinaties per definitie afwijst.
Dat doen maar heel weinig mensen. Genoeg om de groepsimmuniteit tegen mazelen af en toe in gevaar te brengen, maar corona is minder besmettelijk dan mazelen. Daardoor kunnen we bij het coronavaccin met een lagere vaccinatiegraad toe en hebben we de beroepsweigeraars niet nodig.
Wie we moeten overtuigen, zijn de twijfelaars. Mensen die zonder nadenken hun baby laten inenten en fluitend een prik tegen hepatitis A halen voor ze naar Thailand of Bali vliegen, maar die het nu niet helemaal vertrouwen ‘omdat het allemaal zo snel gaat’.
Díe twijfels – misschien heeft u ze ook – wegnemen, laten we dat eerst proberen, voor we over dwang beginnen. Minister De Jonge vindt dat ook en werkt aan een campagne.
Wat zou je in zo’n campagne kunnen doen? Mijn voorstel: vraag kinderepidemioloog Patricia Bruijning om het verhaal van het vaccin te vertellen. Zij legde onlangs op Twitter helder uit hoe het kan: een werkend vaccin binnen een jaar.
Normaal duurt vaccinontwikkeling jaren. Eerst labonderzoek, dan dierproeven, dan kleine studies met mensen, dan grote trials, dan goedkeuring door onafhankelijke instanties, dan productie starten. Als een stap mislukt, kun je niet verder. Daarom bereiden fabrikanten elke stap pas voor als ze zeker weten dat de vorige gelukt is, zodat ze geen geld verspillen.
Maar geld was er nu genoeg, waardoor toekomstige stappen wél werden voorbereid. Dat scheelt veel tijd. Ook de toelatingsinstanties werkten een stuk efficiënter dan normaal, door stukken te bestuderen zodra die binnen waren, in plaats van te wachten tot het dossier compleet was.
Bovendien ging het labonderzoek heel snel omdat wetenschappers in de afgelopen jaren al onderzoek gedaan hadden naar Sars en Mers, waar Sars-Cov-2 veel op lijkt, en omdat ze gebruik konden maken van een nieuwe technologie (ook het resultaat van jaren werk), waarbij je niet eerst het virus hoeft op te kweken, maar genoeg hebt aan de genetische code van dat virus.
En dan waren er ook nog eens proefpersonen in overvloed voor de trials; normaal kan het jaren duren om genoeg vrijwilligers te verzamelen, nu stonden ze in de rij.
Dat we nu al werkende vaccins binnen handbereik hebben, is dus een combinatie van goede voorbereiding en geluk. Dat zijn twee zaken die we in deze pandemie nog niet vaak gezien hebben. Misschien dat we het daarom niet helemaal geloven.
We zijn vergeten dat het in het leven ook wel eens mee kan zitten. Dat is begrijpelijk, na zo’n jaar. Maar het zou wel jammer zijn als we daardoor nou net het enige mazzeltje van 2020, het vaccin, zouden weigeren.