De aarde is niet plat, ook in de middeleeuwen wisten ze dat
Verschenen in Trouw, 23 september 2023
Het rijm is verrukkelijk, daar niet van: ‘maar toen kwam Galilei ( … ) / wie was hij en wat dee-ie’. Ik las het in een kinderdichtbundel die ik vond in de museumwinkel van het onlangs heropende Utrechts Universiteitsmuseum. Ik had de bundel opgepakt vanwege de titel: Was de aarde vroeger plat?
Het zou toch niet, dacht ik. Dat ze in ‘mijn’ Universiteitsmuseum dichtbundels verkochten waarin deze vraag met ‘ja’ beantwoord werd. Vast niet. De gedichten waren van Bette Westera, die fantastisch dicht en daarvoor terecht is overladen met prijzen. Haar Brave Hond! Stoute Kat! is bij ons thuis een voorleesfavoriet. Zij zou vast weten hoe het zat, met die platte aarde, vroeger.
Het boek begint en eindigt ermee. Op het openingsgedicht had ik niets aan te merken. Het stelde dat de aarde vroeger platter was dan nu, doordat er met de tijd steeds meer bulten op de aarde kwamen. Nu zijn er / bergen ruggen / bulten bruggen / heuvels hobbels /builen bobbels (…) en bulten op de ruggen van kamelen / en op hoofden na het stoten. Niet wat ik verwacht had bij de vraag of de aarde vroeger plat was, en daarom juist zo mooi, natuurlijk.
De bundel verscheen al in 2017. Bas Maliepaard omschreef de gedichten destijds in deze krant als “prikkelend vertrekpunt (…) voor filosofische gesprekken met (een klas) kinderen”. En inderdaad, meestal roepen de gedichten meer vragen op dan dat ze antwoorden geven.
Behalve het slotgedicht, dat als enige geen vraagteken maar een uitroepteken in de titel heeft: Vroeger was de aarde plat! Dat deed pijn aan mijn wetenschapshistorische oren. Bij het rijmpaar ‘Galilei / wat dee-ie’ ontspanden die oren zich even, maar toen ik las wát Galilei dan gedaan zou hebben, schoot de kramp er weer in. Galilei, schrijft Westera, liet zien Dat onze aarde rond is. / De paus vond dat ontzettend dom. / Hij zei: ‘Hou jij je mond ’ns! / De aarde is een pannenkoek. Weer een heerlijk rijm, dat ‘rond is / mond ’ns’, maar inhoudelijk overschrijdt dit de grenzen van de dichterlijke vrijheid nogal.
Galilei heeft nooit beweerd dat de aarde rond is. Dat was niet nodig, een ronde aarde was toen net zo vanzelfsprekend als nu, daar hoefde je het niet over te hebben. Iedereen wist dat, al eeuwen lang, zoals middeleeuwse teksten en afbeeldingen volop laten zien. Ja, Galilei had ruzie met de kerk, maar over iets anders: zijn stelling dat de aarde rond de zon draaide en vooral zijn overtuiging dat hij de Bijbel beter begreep dan katholieke theologen.
Dat middeleeuwers geloofden in een platte aarde is een negentiende-eeuwse mythe, bedoeld om de Katholieke Kerk weg te zetten als achterlijk en antiwetenschap. Dat is aardig gelukt, getuige de vanzelfsprekendheid waarmee Westera de mythe anderhalve eeuw later herhaalt.
Wij wetenschapshistorici mogen ons dit aanrekenen: waarom lukt het ons niet die mythe te ontkrachten?
Misschien omdat we er te weinig over praten. Toen ik Westera’s gedicht las, twijfelde ik of ik er een column aan moest wijden, want ik heb hier al een keer over geschreven. Viel ik dan niet te veel in herhaling? Moest ik niet met iets nieuws komen, in plaats van het weer over dit wetenschapshistorisch triviale feitje te hebben?
Nee, dacht ik, want daar zit het probleem: wij wetenschapshistorici denken dat één keer uitleggen genoeg is. En schudden dan stiekem meewarig ons hoofd als er weer eens iemand zegt dat Galilei de aarde rond gemaakt heeft, of dat Columbus’ matrozen bang waren om van de rand te vallen.
Maar met stiekem hoofdschudden helpen we dit misverstand de wereld niet uit. We moeten openlijk vertellen hoe het wél zit, en nog een keer, en nog keer.
Dus bij deze, uw periodieke herinnering: de aarde is rond, altijd al geweest. En vrijwel iedereen wist dat, ook in de middeleeuwen.